Module 1
Introductie
Een netwerk is een verzameling van computers en andere apparaten die met elkaar verbonden zijn.
Alle apparaten die verbonden zijn met een netwerk en deelnemen aan communicatie worden hosts genoemd.
Hosts kunnen ook end devices of clients genoemd worden.
End device: De bron of de bestemming van communicatie.
Client: Het apparaat of de software die diensten van een server aanvraagt.
Om te kunnen communiceren met andere hosts hebben ze een manier van identificatie nodig.
Een IP-adres is een van de identificatiemethoden.
Het "Internet" zoals hierboven getoond is een aantal tussenliggende hosts die de client en de server verbinden.
Deze hosts zijn bijvoorbeeld routers.
De mogelijke functie(s) van deze tussenliggende hosts:
Verkeer doorsturen
Signalen versterken
Verkeer filteren voor veiligheid
Routes bepalen
Andere apparaten verwittigen van problemen
Netwerk hardware
Verbinding
Communicatie tussen hosts kan via verschillende soorten media.
Kabels:
Koper kabels
Data wordt verstuurd via elektrische signalen.
Glasvezel kabels
Data wordt verstuurd via lichtsignalen.
Draadloos:
Data wordt verstuurd via elektromagnetische golven.
⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀
Apparaten
Een paar belangrijke apparaten:
Router: Verbindt verschillende netwerken met elkaar.
Switch: Verbindt verschillende apparaten binnen hetzelfde netwerk.
⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀
Componenten
NIC (Network Interface Card): Een fysiek deel van een apparaat dat verbinding maakt met een netwerk.
Fysieke poort: Een fysieke connector op een netwerkapparaat waar het transport media (kabel) in gaat.
Netwerk types
Om een overzicht te krijgen van een netwerk moet je kunnen zien wat met wat verbonden is en waar het is.
Dit kan je doen door een netwerk diagram / topologie te maken.
Een netwerk topologie kan fysiek of logisch zijn.
Fysieke topologie: Waar de apparaten fysiek zijn.
Logische topologie: Hoe de data stroomt binnen het netwerk.
⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀
Een netwerk topologie moet bevatten:
Welke apparaten er zijn.
Hoe de apparaten verbonden zijn.
Welke media er gebruikt wordt.
Welke poorten er gebruikt worden.
Waar de apparaten zich bevinden.
Logisch of fysiek.
Identificatie van de apparaten.
Bijvoorbeeld: IP-adres, hostnaam, apparaat model enz.