Agile & Scrum
Agile
Agile: wendbaar, flexibel.
Waarom?
Snel aanpassen aan veranderingen
De eisen van de klant beter verwezenlijken
Agile principes
Zelf organisatie
Autonoom werken
Leren & aanpassen
Kijken naar het verloop en aanpassen
Iteratief werken
Herhaaldelijk verbeteren.
Focus op klant
Zo goed mogelijk werken aan wat waarde heeft voor de klant.
Vertrouwen in het team
Scrum
Een methodologie die agile principes volgt.
Doel:
In korte tijd snel werkende producten leveren
Duidelijkheid over voortgang
Snelle communicatie in het team
Hoe werkt scrum?
Een scrum team wordt samengesteld: Product owner, scrum master en scrum team.
De product owner maakt een product backlog met user stories.
Sprint planning: Scrum team selecteert user stories voor de volgende sprint en zet ze om naar een sprint backlog, het werk wordt ingeschat.
Sprint: Werken aan taken voor 1-4 weken.
Daily standup: Elke dag een korte vergadering over wat bereikt is, wat gedaan gaat worden en of je hulp nodig hebt.
Sprint review: Op het einde van de sprint wordt er bekeken wat bereikt is.
Sprint retrospective: Reflectie over de sprint. Wat is er goed gegaan, wat kan beter?
De volgende sprint planning, proces herhaalt zich tot het project klaar is.
Scrum terminologie
Term | Uitleg |
|---|---|
Scrum team | Een multidisciplinair autonoom team van max. 9 personen dat een product levert. |
Scrum master | Zorgt dat het scrum-proces goed verloopt, organiseert de daily scrum & retrospectives. |
Product owner | Bepaalt de prioriteiten, beheert de product backlog. Werkt samen met het scrum team en andere stakeholders. |
User story | Korte beschrijving van de nood van een user, vanuit het perspectief van de user. Heeft een vast formaat: Als ... wil ik ... zodat... |
Product backlog | De functionaliteiten die moeten worden geïmplementeerd. |
Sprint | Een periode van 1-4 weken waar het team een deel van het project werkend maakt. |
Sprint planning | Planning van wat er de komende sprint wordt gedaan via de product backlog. |
Sprint backlog | Verzameling van taken die moeten worden gedaan in één sprint. |
Werk inschatting | In scrum gebruikt men relatieve inschattingen. De hoeveelheid werk van een taak wordt ingeschat in vergelijking met andere taken |
Story points | Cijfers die gegeven worden aan taken tijdens de inschatting. Soms worden T-shirt maten ook gebruikt. |
Daily standup | Korte dagelijkse meeting van het team waar besproken wordt wat je gisteren hebt gedaan, wat je gaat doen en of je daar hulp bij nodig hebt. |
Sprint review | Een review van wat er op het einde allemaal gedaan is. |
Retrospective | Reflectie op het einde van een sprint, wat is er goed gegaan en wat kan beter? |
Scrum board | Visuele voorstelling van alle sprint backlog taken met hun status |
Scrum vs Kanban & waterval
Scrum vs Kanban
Scrum | Kanban |
|---|---|
Korte periodes waar geen verandering gebeuren. | Continu doorwerken en veranderen. |
Aantal verplichte rollen. | Rollen zijn optioneel. |
Scrum vs Waterval
Scrum | Waterval |
|---|---|
Agile. | Niet agile. |
Korte periodes met telkens resultaat. | Fases met het resultaat pas op het einde. |
Scrum master faciliteert. | Project manager stuurt. |
Bijvoorbeeld: maken van communicatieplatform. | Bijvoorbeeld: Bouwen van assemblagelijn voor auto's. |