Module 1
Boot
Switch boot sequence
Als een switch aan wordt gezet gaat die door een proces van 5 stappen:
De switch laadt een POST (power-on self-test) programma vanuit de ROM.
Het checkt en test de CPU, DRAM & het flash file system.
De switch laadt de boot loader software.
Deze software is opgeslagen in de ROM.
De boot loader initialiseert de CPU
De boot loader initialiseert het flash file system
De boot loader vindt en laadt het OS een geeft deze controle
Boot system command
De switch probeert automatisch te booten via het BOOT environment variabele.
Als die geen waarde heeft probeert de switch de eerste executable die het vindt te gebruiken.
Het OS initialiseert daarna de interfaces via de commands in het startup-config bestand.
Het show boot
commando toont welke boot files gebruikt wordt.
Switch management access
Standaard wordt de switch geconfigureerd via VLAN 1.
Voor veiligheid kan dit veranderd worden naar een andere VLAN.
De andere VLAN moet wel een IP-adres en default gateway hebben voor remote configuratie.
SVI (Switch Virtual Interface): Een virtueel interface (layer 3) dat gekoppeld is aan een VLAN en aan die VLAN layer 3 connectiviteit geeft.
Connectie
Poort communicatie
Switch poorten kunnen:
Full duplex: Beide eindes van de verbinding kunnen tegelijk sturen en ontvangen.
Half duplex: Maar één kant kan sturen en ontvangen.
Auto: Er wordt automatisch gekozen.
speed 10/100/1000: De snelheid van een switch in Mbps.
Deze instelling van de poorten kunnen manueel aangepast worden.
Op een interface:
Auto-MDIX
Bepaalde kabels moeten gebruikt worden in specifieke scenarios:
Straight-through: Verbind andere soorten apparaten met elkaar (bv. switch & computer).
Crossover: Verbind gelijkaardige apparaten met elkaar (bv. computer & computer).
Auto-MDIX lost problemen op door automatisch de connectie aan te passen aan de kabel.
Commando op een interface om dit aan te zetten:
Met mdix auto
moeten de speed en duplex ook op auto staan.
Interface errors
Het show interfaces <interface>
commando kan errors tonen.
Error type | Beschrijving |
---|---|
Input errors | |
Runts | Frames die weg zijn gedaan omdat ze kleiner waren dan het minimum frame size. |
Giants | Frames die weg zijn gedaan omdat ze groter waren dan het maximum frame size. |
CRC | Cyclic Redundancy Check, wanneer de berekende checksum niet overeenkomt met de ontvangen checksum. |
Output errors | |
Collisions | Aantal berichten die opnieuw gestuurd zijn vanwege Ethernet botsingen. |
Late Collisions | Aantal berichten waar een botsing is gebeurd nadat er 512 bits van het frame zijn verstuurd. |
IPv4 Loopback Interfaces
Een loopback interface is intern in een router. Het is niet toegewezen aan een fysieke poort.
Het kan gebruikt worden om interne routering processen te testen.
Je kan meerdere loopback interfaces maken op een router om meer netwerken te simuleren.